Examen HAVO 2011 tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30 - 16.00 uur Engels Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 41 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één zin wordt gevraagd en je antwoordt met meer dan één zin, dan wordt alleen de eerste zin in de beoordeling meegeteld. HA-1002-a-11-1-o Let op: beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. Als je in het Engels antwoordt, levert dat 0 punten op. Tekst 1 Sir: I’m astonished… 1p 1 Which of the following fits the gap in the text? A has become unpopular B is no longer justifiable C is understandable D may finally catch on E should be defended Tekst 2 A rider off the rails 1p 2 Which argument did the judge give for throwing out the case against Mr Clifford? He found that A Clifford promised to act more sensibly the next time he travelled by train. B Clifford was only doing his job when correcting travellers’ conduct. C no witnesses dared testify against Clifford. D people testified against Clifford for the wrong reasons. E the railway company should have protected passengers from troublemakers like Clifford. 1p 3 What is the reason that Mr Clifford keeps on “doing what he does” (paragraph 2) according to the writer? A He has an illness that makes him act aggressively towards strangers. B He is angry because the Railroad Authority has ignored his complaints. C He refuses to accept that the use of mobile phones is restricted. D He wants to force other travellers to behave correctly. 1p 4 What is the main function of paragraphs 3 and 4? A To illustrate what Clifford does to other train passengers. B To make clear that Clifford’s actions anger fellow travellers. C To minimise the fuss made about Clifford’s actions. D To show that Clifford’s former job has caused his present behaviour. 1p 5 Welke ‘bijnaam’ wordt in de tekst aan Mr Clifford gegeven? Citeer deze ‘bijnaam’. 1p 6 In welke twee alinea’s maakt de schrijver duidelijk dat hij begrijpt hoe Mr Clifford tot zijn handelwijze komt? Noteer de nummers van deze twee alinea’s. HA-1002-a-11-1-o 2 lees verder ►►► 1p 7 Judging from the article as a whole, which of the following expresses the writer’s opinion on the Clifford case? A He believes the judge may have taken too great a risk in releasing Clifford from prison. B He feels Clifford has the right to correct people when they misbehave. C He is convinced that Clifford’s fellow travellers deliberately tried to make him lose his temper. D He thinks that Clifford should not be allowed to take the law into his own hands. Tekst 3 Win your lover back 1p 8 What becomes clear from paragraph 1? A It is easier to get former couples back together than to find new matches for single men and women in Japan. B Japanese singles prefer expensive dating bureaux to other forms of match- making. C Japanese women over 40 tend not to be very keen on meeting their ex- lovers. D There is a great demand in Japan for businesses offering to mend couples’ broken relationships. 1p 9 How does paragraph 2 relate to paragraph 1? Paragraph 2 A analyses the information given in paragraph 1. B contradicts the information given in paragraph 1. C elaborates on the information given in paragraph 1. D repeats the information given in paragraph 1. 2p 10 Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet in overeenstemming is met de inhoud van de alinea’s 3 tot en met 5. 1 “Fukuenya” laten de ex-partner van hun klant soms geloven dat de klant een gezamenlijke kennis is. 2 “Fukuenya” moeten vooral aantrekkelijk gevonden worden door de klant om succes te kunnen hebben. 3 “Fukuenya” vertellen leugentjes over de nieuwe relatie van de ex-partner van hun klant. 4 “Fukuenya” werken nauw samen met psychologen. Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door “wel” of “niet”. HA-1002-a-11-1-o 3 lees verder ►►► “radical … client” (at the end of paragraph 5) 1p 11 Which of the following statements is in line with this remark, judging from paragraphs 3-5? The client has to A acknowledge that ending the relationship was for the best. B be able and willing to adjust to the views of the ex-partner. C come to terms with the betrayal by the ex-partner. D realise that spending a lot of money is no guarantee for success. “the targets … came about,” (at the beginning of paragraph 6) 1p 12 Which of the following quotes from the text explains why not? A “Her team … unlikely reconciliations.” (at the end of paragraph 2) B “a location … time together” (in the middle of paragraph 3) C “Okawa, … career change” (in the middle of paragraph 4) 1p 13 Which of the following fits the gap in paragraph 6? A fortunately B naturally C sadly D surprisingly 1p 14 What becomes clear from paragraph 7? According to Okawa, A it is cheaper to find a new partner than to try and get back an old flame. B people’s choices and actions in romantic matters are influenced by economic factors. C unemployed people have more time to patch up their broken relationships. D when the economy is in decline people clearly get more interested in love affairs. Tekst 4 Serious swimmers 4p 15 Geef voor elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet in overeenstemming is met de inhoud van het fragment uit Serious Swimmers. 1 Anthony is vroeger door zijn moeder geslagen. 2 Anthony woont al een aantal jaren niet meer bij zijn moeder. 3 De maatschappelijk werker noteert meteen zijn conclusies in een dossier. 4 De maatschappelijk werker neemt het onverwacht op voor Gail. 5 Gails gesprek met Anthony vindt plaats in een auto op weg naar een zwembad. 6 Gail is moeilijk van haar mening af te brengen als ze die eenmaal heeft. 7 Het contact tussen Anthony en Gail verloopt moeizaam. 8 Moira vindt dat Gail niet in staat is om voor Anthony te zorgen. Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door “wel” of “niet”. HA-1002-a-11-1-o 4 lees verder ►►► Tekst 5 National buffoon Kies bij iedere open plek in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden. 1p 16 A annoying B British C funny D international 1p 17 A Ironically B Naturally C To make matters worse D Unwisely 1p 18 A analyse B limit C recognise D trigger 1p 19 A agrees B denies C forgets D hopes E jokes 1p 20 A cause B improve C overshadow D reflect 1p 21 A But then B Instead C Similarly D Therefore 1p 22 A aims to insult B amuses C annoys D flatters E tries to avoid HA-1002-a-11-1-o 5 lees verder ►►► Tekst 6 Dollars for scholars 1p 23 What is the main purpose of paragraph 2? A To criticise the background of the programme introduced in paragraph 1. B To highlight the achievements brought about in NYC by the programme introduced in paragraph 1. C To make clear what inspired NYC to adopt the programme introduced in paragraph 1. D To show that there is considerable discussion about the impact of the programme introduced in paragraph 1. 1p 24 What becomes clear about Opportunity NYC from paragraph 3? A Any negative comments on its methods are ignored. B It could achieve more than its Mexican forerunner. C It might succeed in getting people going. D Its ambitions are unrealistic. E The public might expect too much from it. 1p 25 Which of the following does “this reversal” (paragraph 4) refer to? A “it has … countries” (paragraph 2) B “Bringing this … difference” (paragraph 2) C “Gibbs thinks … neighborhoods.” (paragraph 3) D “Schools chancellor … learning.” (paragraph 3) E “It’s also … return.” (paragraph 4) “maybe it will ... on the front end” (end of paragraph 5) 1p 26 What does James Oddo make clear about Opportunity NYC by saying this? A He does not like the fact that it is exclusively financed by charity. B He objects to the fact that educators and teachers’ organisations hardly benefit from the money provided by it. C He reasons that the money it is handing out now may save bigger expenses later on. 1p 27 What is the function of paragraph 6? A To appeal to Opportunity NYC to invest more money in teachers. B To explain why taxpayers are not involved in supporting Opportunity NYC. C To prove that Opportunity NYC will eventually run out of money. D To sum up a wide variety of reactions to Opportunity NYC. 2p 28 Geef voor elk van de volgende personen en/of groeperingen aan of deze wel of niet overwegend positief staan tegenover “Opportunity NYC” (alinea 2). 1 Linda Gibbs (alinea 2) 2 Joel Klein (alinea 3) 3 ‘liberals’ (alinea 5) 4 Randi Weingarten (alinea 6) Noteer het nummer van elke persoon of groepering, gevolgd door “wel” of “niet”. HA-1002-a-11-1-o 6 lees verder ►►► Een auteur kan diverse middelen gebruiken om zijn argumenten te ondersteunen, zoals: 1 De mening van medestanders benadrukken en die van tegenstanders weglaten. 2 Feiten die niet overeenkomen met zijn gezichtspunten anders voorstellen. 3 Het oordeel van externe deskundigen citeren. 4 Zijn eigen ervaring met het onderwerp naar voren brengen. 2p 29 Geef voor elk van bovenstaande middelen aan of de auteur deze in het artikel wel of niet gebruikt. Noteer het nummer van elk middel, gevolgd door “wel” of “niet”. Tekst 7 Texting shorthand annoys purists, but it has its charm “it is a minimalist form of the language that some linguists call irrelevant” (alinea 1) 1p 30 Welke van de in het artikel genoemde personen vindt dit ook? Noteer de naam van deze persoon. “…, but it has its charm” (titel) 1p 31 Welk kenmerk van het woordgebruik in sms-taal is volgens de schrijver van dit artikel een verbetering ten opzichte van conventioneel taalgebruik? Citeer uit de alinea’s 2 tot en met 4 het deel van de zin dat dit kenmerk kernachtig samenvat. In het artikel worden enkele personen en/of instellingen genoemd, die positief staan tegenover het gebruik van sms-taal in een educatieve context. 2p 32 Noteer de namen van drie personen of instellingen voor wie dit geldt. 1p 33 Welke zin uit de tekst is ironisch bedoeld met betrekking tot het gebruik van sms-taal? Citeer het eerste woord van deze zin. Tekst 8 Music, corsages and a killer 1p 34 Which of the following quotations is not ironic in tone? A “Jamie Lee Curtis … ‘Prom Night’” (paragraph 1) B “Because … sophistication.” (paragraph 2) C “Ms. Curtis’s … Donna” (paragraph 2) D “‘Prom Night’ … queen.” (paragraph 3) HA-1002-a-11-1-o 7 lees verder ►►► Tekst 9 …faked TV shows? 1p 35 What conclusion do paragraphs 1-3 lead up to? A Serious journalism should not make use of practices that are acceptable for entertainment shows. B The recent outrage about untruthful scenes in reality TV shows was long overdue. C TV producers and broadcasters who cheat on the public should be forced to resign. D Viewers are smart enough to know when they are being misinformed by TV production companies. 1p 36 How does paragraph 4 relate to paragraph 3, besides elaborating on it? Paragraph 4 A adds a new argument to it. B contradicts it. C illustrates it. D sums it up. “… policing TV ...” (alinea 4) 2p 37 Welke andere misprijzende beschrijvingen worden gebruikt in alinea 4 in verband met dit soort programma’s? Citeer drie woorden of woordgroepen uit alinea 4. 1p 38 Which of the following fits the gap in paragraph 4? A Consequently, B Moreover, C Similarly, D Yet 1p 39 Considering the text as a whole, which of the following fits the gap in paragraph 5? A accept that serious journalists need to adapt to the times B appreciate its amusement value C demand less cheating from TV producers D find new ways to entertain ourselves Lees bij de volgende opgaven steeds eerst de vraag voordat je de bijbehorende tekst raadpleegt. Tekst 10 Why all you need is cash for a fab advert “Diaper contract sparks fear for group’s legacy” (onderkop) 1p 40 In welke alinea wordt deze opmerking nader uitgewerkt? Noteer het nummer van deze alinea. HA-1002-a-11-1-o 8 lees verder ►►► Tekst 11 Scary movie making viewers sick Je wilt graag de film “Cloverfield” zien. 1p 41 Welke tip uit de tekst geeft de grootste kans om misselijkheid ten gevolge van het zien van deze film te voorkomen? Schrijf deze tip op. Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. HA-1002-a-11-1-o* 9 lees verdeer i►nd►e►